Eindreflectie
In mijn laatste jaren van het middelbare onderwijs haalde ik consistent goede punten zonder echt moeite te moeten doen voor mijn opleiding. Dit kwam omdat ik in het derde jaar had gekozen voor een TSO-richting in plaats van een ASO-richting, die mij eigenlijk werd aangeraden. Het feit dat ik weinig moeite moest doen om goede punten te halen, zorgde er langzaamaan voor dat ik mijn interesse in studeren verloor. Na enkele jaren merkte ik dat de vlam om dingen bij te leren zo goed als gedoofd was.
Toen ik in 2021 mijn traject om programmeur te worden begon aan de PXL, had ik nog steeds dezelfde mentaliteit als in het middelbaar. Ik dacht dat programmeurs enkel goed moesten zijn in programmeren, en dat andere vaardigheden niet veel uitmaakten. Na enkele maanden in de opleiding leerde ik dat het worden van een goede programmeur veel meer inhield dan enkel goed kunnen programmeren. Programmeurs moeten goede soft-skills hebben, vlot kunnen samenwerken en vooral levenslang blijven leren. Het was toen dat ik besefte dat ik me niet meer in een omgeving bevond waar ik mezelf niet kon uitdagen, maar juist in een omgeving waar alle mogelijkheden nog open stonden. Deze nieuwe motivatie om mezelf meer uit te dagen, leidde ertoe dat ik mezelf één doel gaf: binnen drie jaar de beste versie van mezelf worden.
Wanneer ik nu terugkijk op dit doel, weet ik dat dit heel ambitieus was van mezelf. Mensen kunnen hun hele leven lang blijven verbeteren, zowel in hun denken als doen. Ik denk echter wel dat ik met de hulp van alle lectoren en hulpmiddelen die mij aangeboden werden, zoals I-Talent, toch al een grote stap in de juiste richting heb gezet. Wat ik heb geleerd de afgelopen jaren, is niet alleen beperkt tot mijn professionele skills als programmeur, maar omvat ook een grote persoonlijke groei.
Tijdens mijn studie heb ik veel dingen bijgeleerd die ervoor hebben gezorgd dat ik de persoon ben geworden die ik vandaag ben. Over de afgelopen twee jaar heb ik zorgvuldig gekozen welke activiteiten ik wel en niet opnam, op basis van welke activiteiten mij het meest zouden helpen in de toekomst. Dit heeft ervoor gezorgd dat ik kennis heb gemaakt met verschillende programmeerdisciplines, maar ook totaal andere disciplines die niets te maken hadden met programmeren zelf. Zo heb ik bijvoorbeeld niet alleen geleerd over Domain Driven Design en low-code, maar ook over quantum computing en lesgeven, twee heel andere disciplines. Verder heb ik doorheen mijn ontwikkelingstraject, door verschillende projecten en POP-sessies, ook beter leren communiceren, samenwerken en netwerken. Dit zijn allemaal zeer handige eigenschappen voor een programmeur.
Terwijl ik mezelf aan het begin van mijn studie zou omschrijven als een gedemotiveerde en asociale student zonder ervaring in IT, kan ik nu zeggen dat ik een heel ander persoon ben geworden.
Om mijn groei aan te duiden ga, ik gebruikmaken van de X-factor waar de PXL veel waarde aan hecht. Dit is niet alleen een goede kijkwijzer om te evalueren of iemand een excellent professional is, maar ook ideaal om aan te tonen hoe ik me over de afgelopen jaren heb ontwikkeld.
De eerste ‘as’ van de X-factor is ‘(em)passie’, dit betekent dat iemand niet alleen passie heeft voor wat hij doet maar, ook empathie toont voor anderen. Het is heel belangrijk dat een excellent professional deze twee kwaliteiten kan combineren.
Zoals ik eerder al had gezegd, miste ik nog motivatie en passie aan het begin van mijn opleiding. Ik had echter wel al empathie en inlevingsvermogen. Deze empathie had ik echter nog nooit gecombineerd met een passie. Inmiddels kan ik met trots zeggen dat ik duidelijk (em)passie heb ontwikkeld over de verschillende jaren heen.
Een testament naar mijn passie voor IT zijn de extra activiteiten die ik heb opgenomen voor I-Talent. Codebash was een programmeerwedstrijd die niet verplicht was, en zelfs niet eens georganiseerd door de PXL. Toen ik echter de advertentie voor Codebash op LinkedIn zag rondgaan, wilde ik hier heel graag aan deelnemen, gedreven door mijn passie voor IT.
Empathie, en vooral ‘(em)passie’, is pas echt duidelijk geworden tijdens mijn laatste jaar van de opleiding, tijdens study buddy. Natuurlijk had ik ondertussen mijn passie al teruggevonden, maar zelf had ik nog nooit nagedacht of ik nu effectief ‘(em)passie’ had. Tijdens het luisteren naar de verhalen van mijn tutees, die moeilijkheden ondergingen op school, voelde ik oorspronkelijk een sterke drang om hen te helpen. Dit is overduidelijk een teken dat ik empathie heb, maar kort hierna kwam ik ook tot de conclusie dat ik ook ‘(em)passie’ had. Sommige van de problemen die mijn tutees omschreven, waren dingen waarvan ik dacht: “Dit kan toch gemakkelijk opgelost worden als iemand hier iets voor maakt”. Hierna besefte ik dat ik niet alleen de drang had om hen te helpen, maar ook nadacht over mijn passie ‘IT’, en hoe ik hier mogelijk mensen mee kan helpen.
Een ander voorbeeld van mijn (em)passie is hoe ik na het bekijken van enkele video’s over mindervaliden en hun problemen op het internet, uit empathie mezelf heb bijgeschoold over hoe ik mijn applicaties toegankelijker kan maken voor mindervaliden. Zo heb ik bijvoorbeeld bijgeleerd dat het belangrijk is om ervoor te zorgen dat webpagina’s volledig navigeerbaar zijn via een toetsenbord en dat screen readers effectief kunnen worden gebruikt.
De tweede waarde die in de X-factor staat is ‘Ondernemend en innovatief’. Hoewel ik zelf al meerdere keren heb overwogen om zelfstandige te worden, heb ik nooit de knoop doorgehakt. Volgens deze definitie van ‘ondernemend en innovatief’ voldoe ik dus niet. Maar ondernemen is veel meer dan gewoon een bedrijf opstarten. Iemand die ondernemend en innovatief is, is niet bang om nieuwe dingen uit te proberen, risico’s te nemen of om uitdagingen aan te gaan. Deze definitie past veel beter bij mij.
Een van de dingen die zeer ondernemend was van mij, was mijn keuze om Toegepaste Informatica te gaan doen. Voor ik naar de hogeschool kwam, had ik nog geen kennis over programmeren, softwaremanagement of systeembeheer. Maar ik wist wel dat ik niet iets wou gaan doen dat te maken had met mijn middelbareschooldiploma. Na grondig mijn keuzes na te kijken, kwam ik dan toch tot de beslissing om te kiezen voor Toegepaste informatica, wat toch wel wat risicovol was omdat alles nieuw zou zijn voor mij. Ik had altijd voor de veilige optie kunnen kiezen, en iets doen waar ik kennis van had, maar ik wist dat mij dit niet gelukkig zou maken op lange termijn.
Bovenop mijn keuze om Toegepaste Informatica te gaan doen, ben ik ook zeer ondernemend en innoverend binnen het IT-domein. Zodra ik iets handigs tegenkom wat ik nog nooit heb gebruikt, ga ik de uitdaging zeker niet uit de weg. Zo heb ik bijvoorbeeld al talloze uren verloren aan het testen van nieuwe tools en libraries voor de verschillende programmeertalen die ik ken. Ik ben ook niet iemand die wacht tot zich een probleem voordoet. Ik zal altijd proactief problemen opzoeken en oplossen.
Ook voor dit aspect van de X-factor kan ik een link leggen naar enkele I-Talent activiteiten. Zo heb ik bijvoorbeeld tijdens Codebash verschillende algoritmische problemen opgelost, en zag ik deze problemen eerder als een uitdaging, in plaats van een karwei. Daar bovenop heb ik tijdens een seminarie van IBM kennis gemaakt met Quantum Computing, en ben de verschillende uitdagingen die ons gegeven werden tijdens het seminarie niet uit de weg gegaan. Quantum Computing is ook iets waar ik niets over wist, maar ik was niet bang om ermee aan de slag te gaan.
De derde pijler van de X-factor is ‘(internationaal)samen(net)werken’. Door Covid was het voor de leerlingen die afstudeerden in het academiejaar 2023-2024 niet verplicht om internationale activiteiten op te nemen, aangezien deze nog steeds zeer beperkt georganiseerd werden. Om deze reden heb ik echter wel gefocust op het ontwikkelen van alle soft-skills die nodig zijn om goed te kunnen netwerken en samenwerken.
Vroeger was ik zeer introvert en nam nooit de kansen die mij beschikbaar gesteld werden. Dit was natuurlijk niet goed wanneer ik moest samenwerken met andere personen. Om dit op te lossen heb ik de afgelopen jaren gefocust op mezelf buiten mijn comfortzone te plaatsen. Zo heb ik doorheen de verschillende projecten die ik heb gemaakt tijdens de opleiding, mezelf geforceerd om altijd actief mee te doen aan discussies. In de eerste paar projecten ging dit wat minder goed, maar op dit moment neem ik vaak zelfs een leidende rol. Dit komt omdat ik door de verschillende POP-sessies van I-Talent heb geleerd hoe ik goede kritiek kan geven en wat teamleden respecteren in een samenwerking.
Een uitstekend voorbeeld van mijn samenwerkingsvaardigheden is de Pitch Please hackathon. Hier werkte ik samen met zeven andere deelnemers die ik niet kende. We behaalden in deze hackathon de derde plaats, wat niet mogelijk zou zijn geweest zonder een goede samenwerking, vooral na de achterstand die we hadden opgelopen ten opzichte van de andere teams.
Tijdens I-talent heb ik ook gebruikgemaakt van alle opportuniteiten om te netwerken, en hier ook over bij te leren. Zo heb ik al talloze connecties gemaakt met de personen die de seminaries van I-Talent gaven. Ik heb ook ontdekt dat mensen het appreciëren wanneer je probeert om te netwerken. Netwerken heeft ook als voordeel dat mensen je sneller onthouden wanneer je de moeite doet om een connectie te leggen, wat altijd handig is voor in de toekomst.
De laatste waarde die in de X-factor beschreven staat is ‘multi- & disciplinariteit’, wat slaat op de hard skills van een persoon. Het is natuurlijk belangrijk dat een excellent professional zijn kennis solide en heel diepgaand is. Daarboven is het ook belangrijk dat hij kennis heeft van verschillende disciplines, om zo een echte asset te worden op de arbeidsmarkt.
Zoals ik eerder al had vermeld, had ik nog geen voorkennis van IT voordat ik aan de opleiding begon. Dit betekende dus dat ik veel te leren had in vergelijking met sommige van mijn medestudenten. Om deze reden heb ik mijn kennis altijd zo veel als mogelijk verdiept door extra opzoekwerk te doen. Ik heb ook mijn I-Talent seminaries zorgvuldig gekozen om kennis te maken met een heel repertoire van disciplines: DDD, quantum computing, low-code, forensics, reactive programming en nog veel meer. Deze seminars zijn niet beperkt tot programmeren alleen, maar omvatten ook andere gebieden zoals netwerkbeheer. Ik heb hier bewust voor gekozen omdat ik het heel belangrijk vind dat een programmeur ook kennis heeft van andere domeinen buiten zijn expertisegebied. Dit zorgt er niet alleen voor dat hij een beter begrip heeft van wat er binnen andere teams gebeurt, maar zorgt er ook voor dat hij beter voorbereid is om problemen op te lossen die net buiten zijn expertisegebied liggen.
Alles wat ik zojuist heb besproken, heeft mij gemaakt tot de persoon die ik op dit moment ben. Iemand die zich altijd 100% geeft in alles waar hij zin op zet, en iemand die nieuwe uitdagingen niet uit de weg gaat. Het traject dat ik heb afgelegd, heeft er niet alleen voor gezorgd dat ik op professioneel vlak zeer sterk ben gegroeid, maar ook op persoonlijk vlak. Dit betekent dat ik niet alleen betrouwbaar ben als developer, maar ook iemand ben waar mensen naar durven toe te stappen met hun vragen en problemen.
Wanneer we de X-factor als kompas gebruiken, iets dat ons de weg wijst, kunnen we zien dat ik alle kwalificaties heb om een excellent professional genoemd te worden.
Dit is echter niet waar mijn traject stopt. Ik denk dat het heel belangrijk is om als excellent professional constant te blijven groeien, zelfs nadat de opleiding is afgelopen. Om er voor te zorgen dat ik een excellent professional blijf, zal ik altijd op zoek blijven gaan naar kansen om mezelf te verbeteren. Dit kan in de vorm van bijscholingen, maar ook het lezen van boeken en bekijken van cursussen. Voor mij blijft het belangrijk om vooral nieuwe uitdagingen aan te gaan, zodat ik geen enkele kans onbenut laat om een betere versie van mezelf te worden.
In de toekomst hoop ik dat ik mijn skills kan gebruiken om een full stack-developer te worden binnen een bedrijf. Daarnaast hoop ik ook dat ik uiteindelijk kan doorgroeien naar een leidinggevende functie binnen een developmentteam, zodat ik een rolmodel kan zijn voor andere mensen binnen het bedrijf, en ervoor kan zorgen dat mijn team innovatieve en revolutionaire code schrijft.